Een hele andere vorm van data is de navigatie. Sinds 2017 kun je in alle EU-landen roamen, en dus ook Google Maps gebruiken.
Google Maps is het beste voorbeeld van hoe data ons leven heeft veranderd. Want hoe vond je de weg vòòrdat je een smartphone had?
Maps laat prachtig de mogelijkheden van data zien: omdat iedereen de app realtime gebruikt kan de app zien of er ergens file staat, en omrijdsuggesties geven. Met de recensies weet je in welk restaurant ze goede maaltijden serveren, en of ze open zijn. Door Streetview kun je van tevoren zien of er een beetje fatsoenlijk te parkeren valt in dat leuke bergdorpje.
Maar Maps toont óók de tekortkomingen van algoritmes en kunstmatige intelligentie. En waarom we niet blindelings moeten vertrouwen op het oordeel van een machine.
Want die filemeldingen in Spanje waren vaak hilarisch slecht op de bergweggetjes. Mijn vriendin en ik maakten er een sport van om elke keer dat Maps een ‘rode route’ liet zien (en er dus file stond) de meest belachelijke klaagzangen te maken over de niet-bestaande files. Want wij kunnen prima inschatten dat zo'n door Google voorspelde file flauwekul is. En Google kan dat, ondanks de miljarden aan investeringen in kunstmatige intelligentie, nog steeds niet altijd.
Ook raar: dat Maps niet snapt dat auto’s kunnen draaien. De app stuurt je soms de meest omslachtige routes op. Als je een U-bocht maakt en de andere kant op rijdt kan dat zomaar tien minuten reistijd schelen.
En dan heb ik het nog niet over de zanderige wandelpaadjes die Maps plotseling aanziet voor provinciale wegen.
Ergo: je moet er als mens nog steeds goed bij blijven en je eigen oordeel gebruiken.